Utrecht bouwt aan de duurzame stad van de toekomst. Wijkbewoners en ondernemers hebben hierbij inspraak, kunnen ideeën aandragen en veel zelf doen. Daar is ook ondersteuning en budget van de gemeente en het Ondernemersfonds Utrecht voor beschikbaar. Hoe gaat dit in de praktijk? En hoe kan het beter? OCW organiseerde een rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van de gemeente en het Ondernemersfonds, een wijkbewoner en leden van het Collectief. Locatie: waar anders dan aan de Tafels van Welgelegen.
Kwaliteiten en knelpunten
Fadua Azrar, projectleider bij de gemeente Utrecht, opent het gesprek: ‘Wat zijn de grootste knelpunten?’ Arjen Ros van het Collectief verwijst naar de kernkwaliteiten van de wijk. Deze sterke punten kunnen ook een keerzijde hebben: ‘We zijn een groene wijk, maar veel groen kan ook zorgen voor onveilige plekken. We willen gastvrij zijn, maar dat kan leiden tot overlast.’ Deze laatste woorden leiden tot een discussie over de touringcars die kinderen naar Zwembad Den Hommel vervoeren. De smalle toegangsweg is daar niet op berekend. Arjen: ‘Kleinere bussen zou een oplossing kunnen zijn. Daar moeten we met het zwembad over praten.’ Fadua adviseert: ‘Hier zou je een buitenstaander naar moeten laten kijken.’
Meer deelauto’s in de wijk
Dan gaat het gesprek over het autogebruik. Buurtbewoner Thomas Kortekaas heeft hier een uitgesproken standpunt over: ‘We moeten het aantal parkeerplekken verminderen en deelmobiliteit makkelijk maken en promoten. Het is een achterhaald concept dat iedereen een auto bezit. Auto’s staan 96 procent van de tijd stil. En Nederlanders maken ritjes van gemiddeld maar 6,1 kilometer om naar het werk te gaan.’ Arjen: ‘Met meer deelmobiliteit maken we het ook mogelijk dat meer mensen naar onze wijk kunnen komen. Hoe gastvrij is dat?!’
Berit van Dobbenbugh-Meyboom brengt hier argumenten tegenin. Ze is directeur van de Nederlandse BridgeBond, gevestigd in het Nationaal Denksport Centrum in Den Hommel. ‘Wij zijn een landelijke sportbond. Leden komen uit het hele land voor de competitie. Onder hen zijn veel ouderen en gehandicapten. Die kunnen niet allemaal met het openbaar vervoer komen. Als straks het betaald parkeren in het weekend wordt ingevoerd, hebben we helemaal een probleem. Dan gaan leden afhaken omdat ze zich dat niet kunnen veroorloven. Dan wordt onze sport dus ontoegankelijk. Wij hebben 80.000 leden waaronder een substantieel aantal honderdjarigen die nog wekelijks sporten.’
De gemeente wil graag medenken over een oplossing, zegt Fadua. ‘Dit is iets waar meer mensen problemen mee gaan krijgen. Ook ondernemers.’ Ze noemt als voorbeeld het inzetten van busjes vanaf een parkeerplaats buiten de stad.
Steun uit het Ondernemersfonds
Hoe zou de duurzaamheid in de wijk verbeterd kunnen worden? Arjen geeft als voorbeeld de tank voor regenwateropvang die hij in zijn tuin heeft laten aanleggen. ‘Het is belachelijk om hemelwater zomaar weg te laten spoelen. Maar zoiets zouden we ook voor de hele wijk kunnen doen. Bijvoorbeeld tegelijk met het werk aan de nieuwe riolering.’ Andere voorbeelden die worden genoemd zijn de aanleg van een eigen warmtenet en het gebruik van overtollige zonne-energie voor toepassingen in de wijk. Ook hulp bij het verwijderen van tegels wordt genoemd.
Kyra Kasel reageert op de ideeën als fondsmanager van het Ondernemersfonds Utrecht: ‘Denk bij ondersteuning met name aan de voorfase. Wij kunnen bijvoorbeeld een haalbaarheidsonderzoek financieren of medefinancieren. Voorwaarden zijn dat er draagvlak is bij ondernemers, dat het plan een collectieve insteek heeft en dat het niet gaat om een gemeentelijke taak. In andere wijken hebben we een energiescan voor ondernemers gefinanfierd. En in de buurt Hooch Boulandt gebruiken ondernemers hun budget uit het fonds voor een mobiele fietsenmaker, die fietsen van medewerkers checkt en repareert. Dat stimuleert hen om de auto voor de fiets te verruilen.’
Gemeentesteun en pro-actief denken
Fadua biedt aan om contact te leggen met bijvoorbeeld haar collega’s van Duurzaamheid. ‘Die willen jullie ideeën graag horen.’ Ze wijst ook op het Wijkbureau voor advies en overleg: ‘Alle vragen die jullie hebben, kunnen jullie daar stellen. Tot slot noemt ze het nieuwe online meldpunt van de gemeente. Alles kan daar doorgegeven worden, van een losse stoeptegel tot een onveilige verkeersssituatie. De meldingen komen nu direct bij de juiste afdeling terecht. De leden van het Ondernemerscollectief bieden Fadua aan om het nieuwe meldpunt onder de aandacht brengen van de wijk.’
Het gesprek duurde niet langer dan een uur, maar beviel goed. Thomas opperde aan het einde om voortaan eens per kwartaal bijeen te komen om te praten over duurzaamheid, veiligheid en ideeën voor de wijk. ‘We moeten proactief zijn. We moeten niet wachten op gemeenteplannen en daar op reageren. We moeten zelf plannen maken en daarmee naar de gemeente gaan. Dan maken we de meeste kans.’